Wat een naturist inmiddels van een nudist of een naaktrecreant onderscheidt, is al lang niet meer zo helder als dat eens was. De tegenwoordige invulling van de verschillende definities raken elkaar regelmatig, overlappen soms. Tijden veranderen nu eenmaal, de maatschappij verandert en daarmee worden ook kaders van hokjes flexibeler. Er zijn vandaag de dag mensen die zichzelf naturist noemen en tóch een tatoeage of piercing hebben. In vroeger tijden volledig uit den boze, maar tegenwoordig zijn deze vormen van lichaamsversiering maatschappelijk geaccepteerder. Ook het scheren van schaamhaar is allang niet meer vreemd. Heeft het dan nog wel zin om zo krampachtig vast te houden aan die hokjes en kaders die steeds onduidelijker worden? Kunnen we niet allemaal van onze eigen manier van naaktrecreatie genieten zonder anderen de les te willen lezen over hoe het zogenaamd hoort? En, vooral stoppen met elkaar bestempelen als het een of het ander? “Mensen houden sterker vast aan grenzen wanneer ze het gevoel hebben dat er van buitenaf negatief over de groep geoordeeld wordt,” zegt Bijlstra. “Is jouw hokje een belangrijk onderdeel van je identiteit, dan voel je eerder de behoefte om de verschillen met andere groepen uit te vergroten.” Dat gedrag is nu eenmaal mens-eigen, volgens de sociaal-psycholoog. We vinden onze eigen groep het leukst, het best en het belangrijkst. Dat fenomeen wordt ingroup-favoratism genoemd en speelt al op bij de meest onbeduidende groepskenmerken. Bijlstra noemt een psychologisch experiment, waarin testpersonen totaal willekeurig werden ingedeeld in een groene, en een blauwe groep. Ook al zeiden de kleurlabels niets over de mensen binnen de groepen, zowel de groene als blauwe groep vond hún kleurgroep beter dan de andere groep.
Naturist, nudist, naaktrecreant? Uiteindelijk hebben we met elkaar gemeen dat we allemaal weten hoe vrij het voelt om je kleren uit te gooien. In de sauna, op het strand, op de camping of in de woonkamer. Omdat hierover een sterke onderliggende consensus is, neemt de gevoeligheid voor meningsverschillen juist toe. Of, anders gezegd: hoe eensgezinder we zijn, hoe allergischer we worden voor de tegenstellingen die er nog wél zijn. Sigmund Freud, grondlegger van de moderne psychoanalyse, noemde dit ook wel het ‘narcisme van het kleine verschil’. Misschien wordt het tijd om uit die ouderwetse hokjes te kruipen. Zijn we straks allemaal gewoon mensen die het fijn vinden om bloot te recreëren, oftewel naaktrecreanten, in plaats van naturisten en nudisten? Stof om over na te denken. Voor nu sluiten we ons graag aan bij datgene dat iemand in een Facebookgroep schrijft: “Ik heb op meerdere sites proberen te lezen wat nu het verschil is tussen nudist en naturist. Welke ben ik? En wil ik mezelf in een van de twee plaatsen? Ik wil gewoon mezelf zijn. Me lekker voelen. En dat is zoveel als mogelijk is, zonder kleding.”